Fytotherapie

Synoniem: Kruidengeneeskunde

Wat is fytotherapie?

Fytotherapie wordt ook wel kruidengeneeskunde genoemd.

“Fytotherapeutica zijn geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten, plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten, in ruwe dan wel bewerkte staat.”

− Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie

Waar komt fytotherapie vandaan?

Fytotherapie is zo oud als de mensheid. De allereerste medicijnen waren geneeskrachtige kruiden. De wetenschap van welke plant werkt bij welke kwaal werd van generatie op generatie doorgegeven.

Een voorbeeld is wilgenbast. Een eeuwenoude pijnstiller. Pas later werd ontdekt dat het pijnstillende effect toe te schrijven is aan het salicylzuur in de wilgenbast. Met deze kennis kon de stof synthetisch gefabriceerd worden (acetylsalicylzuur) en als Aspirine op de markt worden gebracht.

Planten inspireren vaker tot de creatie van nieuwe medicijnen. In een screeningsprogramma voor plantenextracten door het National Cancer Institute in Amerika werd een extract van Taxus brevifolia geïdentificeerd als actieve agens bij een aantal muizentumoren. Het actieve bestanddeel hier bleek taxol te zijn wat nu als cytostaticum wordt ingezet.

Nog lang niet alle planten zijn onderzocht op geneeskrachtige eigenschappen. Naar schatting wordt in de natuurgeneeskunde van zo’n 300 soorten gebruik gemaakt. De productie kent diverse kwaliteitscontroles met controles op werkzame stof en verontreinigingen. 

Daar waar de farmaceutische industrie de werkzame stof identificeert, synthetiseert, en patenteert, ontstaat een ‘nieuw’ medicijn dat onafhankelijk van seizoensinvloeden en al dan niet succesvolle oogsten kan worden voorgeschreven. Reguliere geneesmiddelen danken hun bestaan veelal aan de plantenwereld.  

Wat is het verschil tussen fytotherapie en homeopathie?

Bij fytotherapie is de werking gebaseerd op de aanwezige stoffen die de klacht via een tegengestelde werking moeten verminderen. Een gelijk principe dus zoals we dat in reguliere geneeskunde aantreffen (contrariaprincipe).

Homeopathie is een geneeswijze met een fundamenteel andere visie zonder wetenschappelijk erkend fundament. Bij homeopathie wordt namelijk door herhaaldelijke verdunning een middel verkregen waarin geen enkel molecuul van de oorspronkelijke stof nog aanwezig is. Hierbij wordt water een geheugencapaciteit toegeschreven, waarvoor nooit een werkingsmechanisme is aangetoond. Ook zou volgens de homeopathie een kwaal bestreden moeten worden door dezelfde stof toe te dienen als die bij een gezond mens dezelfde symptomen oproept als waar de patiënt in kwestie aan lijdt (similiaprincipe). Een ander verschil is dat fytotherapeutica per definitie uit plantmateriaal bestaat. De uitgangsstof van een homeopathische verdunning kan van alles zijn.

Belangrijk dus om fytotherapie en homeopathie nooit op één hoop te gooien en duidelijk van elkaar te onderscheiden.

Alles uit de natuur is goed, toch?

Er zijn mensen die beweren dat iets dat ‘natuurlijk’ is altijd beter is dan iets dat synthetisch is gemaakt in een laboratorium of farmaceutische fabriek. Het woord ‘chemisch’ boezemt hen angst in. Ook zouden stoffen met lange namen, die haast onuitspreekbaar zijn, per definitie ongezond zijn. Zo werkt het natuurlijk niet. 

Alles dat ‘natuurlijk’ is heeft een fris en groen imago. Alsof de natuur altijd onschuldig en niet schadelijk kan zijn. Niets is minder waar. Neem bijvoorbeeld tetrodotoxine (uit kogelvis) of aflatoxine (van beschimmelde pinda’s). Puur natuur, maar dodelijk. En er zijn nog vele voorbeelden te noemen.

Is synthetisch dan altijd beter? Nee, we moeten gewoon ophouden met zwart-wit redeneringen. Dingen versimpelen is goed, behalve waar het kort door de bocht gaan tot onwaarheden leidt.

Is kruidengeneeskunde zonder bijwerkingen?

In het algemeen kun je stellen dat alles met een werking ook een bijwerking kan hebben en daarnaast ook interacties kan aangaan met andere middelen die worden gebruikt.

Het gebruik en/of voorschrijven van een fytotherapeuticum zou alleen moeten gebeuren na een inventarisatie van de overige medicatie, inclusief zelfzorgmiddelen, die worden gebruikt. Fytotherapeutica zijn vrij verkrijgbaar en hebben daardoor een veilig imago. Echter geldt dat niet in alle gevallen.

Een paar voorbeelden:

  • Veel mensen gebruiken langdurig antidepressiva. Niet eens altijd voor een echte klinische depressie overigens. Deze medicijnen gaan bijvoorbeeld niet samen met Sint-Janskruid (Hypericum perforatum).
  • Fytotherapeutica kunnen ook interfereren met een chemotherapeutische behandeling.

Denk dus niet: ‘Baat het niet, schaadt het niet.’ Ben je onder behandeling bij een specialist, ga dan niet op eigen houtje experimenteren met allerhande vrij verkrijgbare middelen. Doe alles in overleg met je behandelaar.

Naast interacties met de werkzame bestanddelen kunnen kruidenpreparaten ook verontreinigd zijn. Naast de keuze voor het juiste fytotherapeuticum is dan ook de kwaliteit van essentieel belang. Bij een goed merk worden al tijdens de groei en oogst van de grondstoffen kwaliteitscontroles uitgevoerd en wordt ook bij elke stap in het productieproces dat daarop volgt steeds gecontroleerd op verontreinigingen. Check daarom of de fabrikant is gecertificeerd volgens de HACCP-norm.